Op initiatief van Jaap Nanninga werden vanaf
1949, door een aantal meer experimenteel ingestelde Haagse schilders, in
café 'De Posthoorn' schilderijen geëxposeerd, met zo'n succes dat
de eigenaar van het café de heer Knijnenburg in 1950
het naburige pand huurde. De kunstenaars mochten er gratis exposeren. Vanaf
1956 wordt het ingericht als kunstzaal en als galerie ingericht door de kunstcollectioneur
Frits Becht, Galerie de Posthoorn
werd hierdoor een feit. Wie de tentoonstelling wilde zien kon aan het
buffet
van het café de sleutel ophalen.
Kunstenaars als Jan Roëde, Jaap Nanninga, Willem Hussem, Hans van der Lek,
Gerard Verdijk, Dirk Bus, Nol Kroes, George Lampe,
Jan Cremer, Lotti van der
Gaag, Theo Bitter, Karel Bleijenberg, Kees van Bohemen, Jos van den Berg,
Aat Verhoog en anderen, mochten er gratis exposeren.
Er werden bijna maandelijks tentoonstellingen georganiseerd. Waar zowel van
Nederlandse als van buitenlandse kunstenaars werken werden tentoongesteld.
Zo exposeerde bv de Italiaanse kunstenaar Piero Manzoni er in 1959.
De jaren 1956-1959 waren de meest succesvolle, daarna nam de belangstelling
snel af, en in 1962 sloot de galerie haar deuren.
De Posthoorngroep wordt beschouwt als een van de
peilers van de Nieuwe Haagsche School.