|
Pat Andrea 1942
Peter Blokhuis 1938
Walter Nobbe 1941-2005
Jurjen de Haan
1936-2018
Maarten van Dreven
1941-2001 |
De kleurrijke jaren zeventig
- Den Haag swingt, de fantasie is aan de macht! Provo en de seksuele
revolutie hebben inmiddels plaats gevonden, de POP-cultuur en Pop-Art zijn
in zwang. In de kunst gaat het niet meer om abstract of figuratief, maar om
fotorealisme, collage en pattern painting - geïnspireerd door comics en
stripverhalen. Het gaat ook niet meer zozeer om individueel kunstenaarsschap
maar om gezamenlijke artistieke activiteiten.
De Nieuwe Haagse School bepaalde het Haagse kunstklimaat van de jaren
vijftig en zestig. Dit gaat het over de Haagse kunst van de jaren zeventig,
toen jonge kunstenaars als Pat Andrea (Den Haag, 1942), Peter Blokhuis
(Amersfoort, 1938), Walter Nobbe (Java, 1941), Jurjen de Haan (Den Haag,
1936) en Maarten van Dreven (Sneek, 1941-2001) zich groepeerden als de
"Nieuwe Realisten". Ze studeerden allen aan de Koninklijke Academie voor
Beeldende kunsten in Den Haag en ondergingen de invloed van docent Co
Westerik. Na de academie werkten ze in steeds wisselende samenstellingen en
combineerden ze in hun werken de actualiteit met citaten uit de
kunstgeschiedenis. Deze kunstenaars schilderden vaak omvangrijke werken
waaraan elk een eigen bijdrage leverde. In 2003/2004 besteedde het
Gemeentemuseum van Den Haag hier een speciale
tentoonstelling
aan in het vervolg op de tentoonstelling van de Nieuwe Haagse School. |