"Nieuwe Haagse School"

Moderne Haagse Kunst en Nieuwe Haagse School

horizontal rule

In de jaren vijftig en zestig deed zich een opmerkelijke vernieuwing voor in de Haagse beeldende kunst. Na het isolement van de donkere oorlogsjaren, stonden Haagse schilders bijzonder open voor wat buiten Nederland, en wel met name in Parijs, op het terrein van de beeldende kunst was te doen. Tal van Haagse kunstenaars, zoals ondermeer Karel Bleijenberg, Kees van Bohemen, Lotti van der Gaag, Jan van Heel, Nol Kroes en Jan Roëde, verbleven direct na de oorlog dan ook voor kortere of langere tijd in Parijs. Uiteindelijk verwerkten de Haagse schilders de invloeden van de Ecole de Paris tot een geheel eigen manier van schilderen. Dit nieuwe elan leidde in 1951 tot de oprichting van de groep Verve door Theo Bitter, Jan van Heel, Nol Kroes, Frans de Wit en Willem Schröfer. Verve telde bij de oprichting vijftien schilders en vijf beeldhouwers (waaronder onder meer Kees Andrea, Willem Minderman, Henk Munnik en Ferry Slebe). Werk van Verve-leden was overwegend modern figuratief van aard waarbij opvalt dat vooral alledaagse gebruiksvoorwerpen (zoals oud speelgoed dan wel aftandse vogelkooien) of ‘’gewone’’ stadsgezichten (zoals huizen in aanbouw of spoorweg-emplacementen) geschilderd werden.

De groep Verve werd in de periode 1960-1967 opgevolgd door de groep Fugare. Volgens het door George Lampe opgestelde oprichtingsmanifest zouden de Fugare-leden zich bezig houden met abstracte, abstraherende en experimentele kunst. Opvallend is dat van de tien schilders en twee beeldhouwers die aan Fugare meededen er maar liefst acht tot Verve hadden behoord. Fugare moet dan ook als het logische vervolg op Verve worden gezien, zij het dat nieuwkomers zoals Willem Hussem, Joop Kropff, Jaap Nanninga en Wim Sinemus in Fugare een geheel eigen plaats innamen.

De Posthoorngroep 1956-1962 nam zowel qua timing als qua inhoud een tussenpositie in tussen Verve en Fugare. De groep, die zijn naam ontleent aan café De Posthoorn op het Haagse Lange Voorhout, exposeerde veelvuldig in het café zelf en in een daarnaast gelegen expositieruimte. Tal van naoorlogse schilders, waaronder Kees van Bohemen, Jan Cremer, Jos van den Berg, Paul Kromjong en Ber Mengels exposeerden in de Posthoorn zij aan zij met Verve- en Fugare-leden. De jaren 1956-1959 waren de meest succesvolle, daarna nam de belangstelling snel af, en in 1962 sloot de galerie haar deuren.
In 1959 vormden 5 jonge kunstenaars de groep 'Atol'.
 

Achteraf bezien kan worden vastgesteld dat het Haagse schildersklimaat zich in de jaren vijftig en zestig kenmerkte door vernieuwing maar dan wel in een geheel eigen Haags jasje. Niet voor niets is wel gesteld dat men deze Nieuwe Haagse School kan zien als een Haags antwoord op Cobra. De term Nieuwe Haagse School is overigens niet iets wat pas later werd gebruikt om deze stroming te typeren. De toenmalig directeur van het Gemeentemuseum Wijsenbeek en de kunstrecensenten Gruijter en Penning van Het Vaderland gebruikte deze naam al in de vijftiger jaren.

Beelden: Op tal van plaatsen in de Haagse regio vinden we beeldhouwwerken en objecten die de beeldhouwers van  Verve, Fugare en de Posthoorngroep destijds hebben vervaardigd. Deze hebben we hier verzameld in een overzicht.

De jaren 70 De Nieuwe Realisten

Symbool wat we binnen de website gebruiken om aan te geven dat het hier de Nieuwe Haagse School betreft.

Onze definitie "de Nieuwe Haagse School"

Alle beeldend kunstenaars die lid zijn geweest van een van de volgende groepen: Atol, Fugare of Verve en al diegene die geëxposeerd hebben in de Galerie de Posthoorn.

Een overzicht van alle tot deze groep behorende kunstenaars vind U hier.

 

 

 

 

 Email:info@nieuwehaagseschoolkunst.nl

website stats