De
'Collaborateurs' hebben de buit binnen. Zaterdag waren 16 van de Haagse
kunstschilders, die voor de Haagse Salon een massaal zelfportret hebben
gemaakt in Pulchri Studio aanwezig om hun aandeel in ontvangst te nemen
van de opbrengst van het schilderij, dat door een onbekende macenas voor
een onbekend doel is aangekocht. Het schilderij bracht fl 7.500,- op,
waarvan op verlangen van de koper een bedrag in het bouwfonds van
Pulchri Studio werd gestort. Voor alle schilders bleef er echter een
dikke tweehonderd gulden over en dat was voldoende om nog eenmaal
tevreden voor het gezamenlijke werk te poseren. dat zijn dan vlnr
Quirinne Collard, Johfra,Her Gordijn, Henk de Vries, Wim Bouthoorn,Nol
Kroes, Herman Berserik, Ferry Slebe ( met hoed) , George Lampe, Livinus
van de Bundt, Wim Hussem, Hans van der Lek, Aart van den IJssel, Hens de
Jong, Ruth Salinger en Paul Citroen. ( Haagse Courant) |
Salon
1961Een van de laatste Salons die gehouden werd was bij mijn weten die van
1961. Alle Haagse kunstenaars, ook niet Pulchrieleden, konden werk insturen voor
zo'n 'Salon'. Het werd vrijwel allemaal gehangen. ( Er waren toen nog niet
zoveel kunstenaars) Vergeelde knipsels in mijn plakboek laten zien dat de
werkjes in onze zalen in twee rijen boven elkaar hingen. Johfra, Her Gordijn,
Jan van Heel, Ferry Slebe, Hens de Jong, Co Westerik, Harm Onnes, Livinus, Jos
van den Berg, Paul Citroen, de goede Charles Stok, Willem Schrofer, ja wie stond
er niet op! Ik meen dat het idee voor dit schilderij ontstaan was op een
regenachtige zondagmiddag bij Ruth en Aart van den IJssel waar Hans van den Lek
op bezoek was. Het zou een grootse compositie hebben moeten worden van een
gezelschap artiesten rond een rijk voorziene tafel. Een soort schuttersmaaltijd.
Dit was er helaas niet uitgekomen. Het werd een opstapeling van achtentwintig
kleine zelfportretten die totaal geen verband met elkaar hadden. Aan de
onderkant een smal strookje tafel met wat armoedige citroentjes, een bril, een
revolver, het kleine vlezige handje van Josje, en nog zo wat. Als een
treurigmakend symbool stond er voor Nol Kroes een buitenmodel drankfles op
tafel. 'Ik Jan Cremer' had iets geraamte-achtigs; de revolver hoorde bij hem,
zoals de citroenen voor Paul lagen en hij ons wat miezerig door het venstertje
bekeek. Al met al was het meer een gek dan een goed schilderij. Het grote raam
stond opgesteld aan de Turfmarkt, het toenmalige atelier van Hans van der Lek
als ik mij goed herinner. De laatste had ook de volgorde van opkomst voor ons
georganiseerd. Wat verderop vind ik in hetzelfde plakboek de hierbij
afgebeelde vierkolomsfoto uit de Haagse Courant van 14 augustus 1961. Zo'n
onderschrift lees je met enig verbazing. Het zou toch niet meer mogelijk zijn
zestien man zo gek te krijgen om met die tweehonderd harde guldens in de hand
voor zo'n schilderij te gaan zitten! Ik voelde toen al enige gêne.
Laten we het er maar op houden dat die tweehonderd gulden van toen nu'1
ongeveer duizend gulden waard zouden zijn. Jan Cremer ontbreekt op de foto, voor
tweehonderd gulden kwam hij niet. Geen wonder als je bedenkt dat hij voor een
schilderij een miljoen vroeg. Ferry ligt breeduit op de voorgrond in een houding
zoals Matisse zijn naakte modellen liet poseren onder de naam 'Odaliske'. Ik
herinner mij dat Ferry op een feestje zich op dezelfde wijze op een oude divan
drapeerde en abusievelijk riep 'He jongens, een onanist!' Dit even terzijde. Hij
( Ferry) draagt een prachtige donkere hoed en heeft z'n twee honderd ballen in
het lint gestoken. Eveneens nog lachend zit George Lampe naast me, Nol aan de
andere kant en de lieve Quirine kan er links nog net op. Waar zijn ze gebleven.
Van Henk de Vries vernam ik nooit meer iets... De koper, de maecenas in
kwestie, was de steenrijke fluitist/landeigenaar Herbert Jochems. Hij had op een
goede dag plotseling het penseel opgenomen en was ook gaan schilderen. Het
verdroot hem zeer dat hij enige malen als lid van ons genootschap werd
gedeballoteerd. Na aankoop schijnt hij het werk in zeer kleine stukjes versneden
te hebben. Althans zo luiden de verhalen. Een prachtige wraak van een rijk man
op die rot-artiesten die hem niet voor vol wilden aanzien. ( Bron
Herman Berserik uit Bladvulling) |